107. Voelen zij zich dan veilig tegen de komst van de straf van Allah die hen als een sluier bedekt, of van de komst van het uur, plotseling wanneer zij dat niet verwachten?
108. Zeg: “Dit is mijn weg, ik nodig jullie uit tot Allah met zekere kennis, ik en iedereen die mij volgt met zekere kennis. En verheerlijkt en uitmuntend is Allah. En ik behoor niet tot de afgodenaanbidders."
109. En Wij hebben voor jou slecht mannen gezonden aan wie wij openbaarden, (andere profeten vóór de Profeet Mohammed vrede zij met hem) onder de bewoners van de steden. Hebben zij niet over de aarde gereisd en het einde gezien van degenen die voor hen waren? En waarlijk, het huis in het hiernamaals is het beste voor degenen die Allah vrezen en Hem gehoorzamen. Begrijpen jullie dan niet?
110. Tot de Boodschappers bijna de hoop hebben opgegeven en dachten dat zij ontkend werden, toen kwam tot hen Onze hulp en iedereen die Wij wilden werd gered. En Onze bestraffing kan niet door de mensen die misdadigers zijn afgewend worden.
111. Voorwaar, in hun verhalen is er een les voor de mensen van begrip. Het is niet een verzonnen uitspraak maar een bevestiging van dat wat daarvoor (aan Boeken van Allah) is geopenbaard en een nauwkeurige uitleg van alles en een leiding en een genade voor de mensen die geloven.