ශුද්ධවූ අල් කුර්ආන් අර්ථ කථනය - ලන්දේසි පරිවර්තනය - රුව්වාද් පරිවර්තන මධ්‍යස්ථානය

පිටු අංක:close

external-link copy
45 : 6

فَقُطِعَ دَابِرُ ٱلۡقَوۡمِ ٱلَّذِينَ ظَلَمُواْۚ وَٱلۡحَمۡدُ لِلَّهِ رَبِّ ٱلۡعَٰلَمِينَ

45. Dus de wortels van de mensen die zondigden, werden afgesneden. En alle lofprijzingen en dank is voor Allah, de Heer van de wereldwezens. info
التفاسير:

external-link copy
46 : 6

قُلۡ أَرَءَيۡتُمۡ إِنۡ أَخَذَ ٱللَّهُ سَمۡعَكُمۡ وَأَبۡصَٰرَكُمۡ وَخَتَمَ عَلَىٰ قُلُوبِكُم مَّنۡ إِلَٰهٌ غَيۡرُ ٱللَّهِ يَأۡتِيكُم بِهِۗ ٱنظُرۡ كَيۡفَ نُصَرِّفُ ٱلۡأٓيَٰتِ ثُمَّ هُمۡ يَصۡدِفُونَ

46. Zeg: “Vertel mij als Allah jullie gehoor en gezicht heeft weggenomen en jullie harten verzegeld heeft, welke god anders dan Allah, die hen aan jullie terug zou geven?” Zie hoe vaak Wij de tekenen hebben uitgelegd, toch keren zij zich ervan af. info
التفاسير:

external-link copy
47 : 6

قُلۡ أَرَءَيۡتَكُمۡ إِنۡ أَتَىٰكُمۡ عَذَابُ ٱللَّهِ بَغۡتَةً أَوۡ جَهۡرَةً هَلۡ يُهۡلَكُ إِلَّا ٱلۡقَوۡمُ ٱلظَّٰلِمُونَ

47. Zeg: “Vertel mij als de bestraffing van Allah opeens komt (tijdens de nacht) zal er iemand anders vernietigd worden behalve de onrechtvaardigen?” info
التفاسير:

external-link copy
48 : 6

وَمَا نُرۡسِلُ ٱلۡمُرۡسَلِينَ إِلَّا مُبَشِّرِينَ وَمُنذِرِينَۖ فَمَنۡ ءَامَنَ وَأَصۡلَحَ فَلَا خَوۡفٌ عَلَيۡهِمۡ وَلَا هُمۡ يَحۡزَنُونَ

48. En Wij hebben niet anders de boodschappers gestuurd dan als brengers van goede berichten en waarschuwers. Dus iedereen die gelooft en goede daden verricht, die zal niet vrezen, noch zullen zij bedroefd zijn. info
التفاسير:

external-link copy
49 : 6

وَٱلَّذِينَ كَذَّبُواْ بِـَٔايَٰتِنَا يَمَسُّهُمُ ٱلۡعَذَابُ بِمَا كَانُواْ يَفۡسُقُونَ

49. Maar degenen die Onze tekenen verwerpen, die zal door de bestraffing voor hun ongeloof geraakt worden. info
التفاسير:

external-link copy
50 : 6

قُل لَّآ أَقُولُ لَكُمۡ عِندِي خَزَآئِنُ ٱللَّهِ وَلَآ أَعۡلَمُ ٱلۡغَيۡبَ وَلَآ أَقُولُ لَكُمۡ إِنِّي مَلَكٌۖ إِنۡ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَيَّۚ قُلۡ هَلۡ يَسۡتَوِي ٱلۡأَعۡمَىٰ وَٱلۡبَصِيرُۚ أَفَلَا تَتَفَكَّرُونَ

50. Zeg: “Ik vertel jullie niet dat er bij mij schatten van Allah zijn; noch vertel ik jullie dat ik een engel ben. Ik volg wat er geopenbaard is.” Zeg: “Zijn de blinden en de zienden gelijk? Willen jullie dan niet nadenken?” info
التفاسير:

external-link copy
51 : 6

وَأَنذِرۡ بِهِ ٱلَّذِينَ يَخَافُونَ أَن يُحۡشَرُوٓاْ إِلَىٰ رَبِّهِمۡ لَيۡسَ لَهُم مِّن دُونِهِۦ وَلِيّٞ وَلَا شَفِيعٞ لَّعَلَّهُمۡ يَتَّقُونَ

51. En waarschuw daarmee degenen die vrezen dat zij voor hun Heer verzameld zullen worden, als er geen beschermer noch bemiddelaar voor hen naar Hem zal zijn, wellicht dat zij Allah gaan vrezen (en zich aan hun verplichting tot Hem houden). info
التفاسير:

external-link copy
52 : 6

وَلَا تَطۡرُدِ ٱلَّذِينَ يَدۡعُونَ رَبَّهُم بِٱلۡغَدَوٰةِ وَٱلۡعَشِيِّ يُرِيدُونَ وَجۡهَهُۥۖ مَا عَلَيۡكَ مِنۡ حِسَابِهِم مِّن شَيۡءٖ وَمَا مِنۡ حِسَابِكَ عَلَيۡهِم مِّن شَيۡءٖ فَتَطۡرُدَهُمۡ فَتَكُونَ مِنَ ٱلظَّٰلِمِينَ

52. En wijs degenen die in de ochtend en de middag hun Heer aanroepen en naar Zijn aangezicht zoeken niet af. In niets ben jij verantwoordelijk voor hen, en zij zijn in niets verantwoordelijk voor jou, zou jij hen toch afwijzen dan behoor je tot de onrechtvaardigen. info
التفاسير: