ការបកប្រែអត្ថន័យគួរអាន - ការបកប្រែជាភាសាហូឡង់ - មជ្ឈមណ្ឌលបកប្រែរ៉ូវ៉ាទ

លេខ​ទំព័រ:close

external-link copy
18 : 5

وَقَالَتِ ٱلۡيَهُودُ وَٱلنَّصَٰرَىٰ نَحۡنُ أَبۡنَٰٓؤُاْ ٱللَّهِ وَأَحِبَّٰٓؤُهُۥۚ قُلۡ فَلِمَ يُعَذِّبُكُم بِذُنُوبِكُمۖ بَلۡ أَنتُم بَشَرٞ مِّمَّنۡ خَلَقَۚ يَغۡفِرُ لِمَن يَشَآءُ وَيُعَذِّبُ مَن يَشَآءُۚ وَلِلَّهِ مُلۡكُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَمَا بَيۡنَهُمَاۖ وَإِلَيۡهِ ٱلۡمَصِيرُ

18. En de joden en de christenen zeggen: “Wij zijn de kinderen van Allah en Zijn geliefden.” Zeg: “Waarom straft Hij jullie dan voor jullie zonden? Nee, jullie zijn niets dan mensen, van degenen die Hij geschapen heeft, Hij vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil. En aan Allah behoort het rijk van de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is en tot Hem keren (allen) terug. info
التفاسير:

external-link copy
19 : 5

يَٰٓأَهۡلَ ٱلۡكِتَٰبِ قَدۡ جَآءَكُمۡ رَسُولُنَا يُبَيِّنُ لَكُمۡ عَلَىٰ فَتۡرَةٖ مِّنَ ٱلرُّسُلِ أَن تَقُولُواْ مَا جَآءَنَا مِنۢ بَشِيرٖ وَلَا نَذِيرٖۖ فَقَدۡ جَآءَكُم بَشِيرٞ وَنَذِيرٞۗ وَٱللَّهُ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٞ

19. O mensen van het boek! Nu is tot jullie Onze boodschapper gekomen en maakt (zaken) duidelijk voor jullie, na een breuk in (de opvolging) van boodschappers, zodat jullie niet zeggen: “Tot ons kwam geen brenger van goed nieuws en geen waarschuwer." Maar nu is tot jullie een boodschapper van goed nieuws gekomen en een waarschuwer. En Allah is tot alles in staat. info
التفاسير:

external-link copy
20 : 5

وَإِذۡ قَالَ مُوسَىٰ لِقَوۡمِهِۦ يَٰقَوۡمِ ٱذۡكُرُواْ نِعۡمَةَ ٱللَّهِ عَلَيۡكُمۡ إِذۡ جَعَلَ فِيكُمۡ أَنۢبِيَآءَ وَجَعَلَكُم مُّلُوكٗا وَءَاتَىٰكُم مَّا لَمۡ يُؤۡتِ أَحَدٗا مِّنَ ٱلۡعَٰلَمِينَ

20. En (gedenk) dat Moesa tot zijn mensen zei: “O mijn volk! Gedenk de gunsten die Allah jullie heeft gegeven, toen Hij profeten onder jullie maakte en onder jullie koningen heeft gemaakt en hij jullie geschonken heeft wat Hij niet aan anderen van de wereldwezens heeft gegeven. info
التفاسير:

external-link copy
21 : 5

يَٰقَوۡمِ ٱدۡخُلُواْ ٱلۡأَرۡضَ ٱلۡمُقَدَّسَةَ ٱلَّتِي كَتَبَ ٱللَّهُ لَكُمۡ وَلَا تَرۡتَدُّواْ عَلَىٰٓ أَدۡبَارِكُمۡ فَتَنقَلِبُواْ خَٰسِرِينَ

21. O mijn volk! Ga het Heilige land binnen dat Allah aan jullie heeft toegekend en keer niet terug, want dan zullen jullie tot de verliezers terugkeren. info
التفاسير:

external-link copy
22 : 5

قَالُواْ يَٰمُوسَىٰٓ إِنَّ فِيهَا قَوۡمٗا جَبَّارِينَ وَإِنَّا لَن نَّدۡخُلَهَا حَتَّىٰ يَخۡرُجُواْ مِنۡهَا فَإِن يَخۡرُجُواْ مِنۡهَا فَإِنَّا دَٰخِلُونَ

22. Zij zeiden: “O Moesa! In het (dit Heilige land) zijn mensen van grote kracht en wij zullen het nooit binnengaan, totdat zij weggaan; als zij weggaan gaan wij naar binnen.” info
التفاسير:

external-link copy
23 : 5

قَالَ رَجُلَانِ مِنَ ٱلَّذِينَ يَخَافُونَ أَنۡعَمَ ٱللَّهُ عَلَيۡهِمَا ٱدۡخُلُواْ عَلَيۡهِمُ ٱلۡبَابَ فَإِذَا دَخَلۡتُمُوهُ فَإِنَّكُمۡ غَٰلِبُونَۚ وَعَلَى ٱللَّهِ فَتَوَكَّلُوٓاْ إِن كُنتُم مُّؤۡمِنِينَ

23. Twee mannen van hen die (Allah) vreesden en aan wie Allah Zijn gunsten had gegeven zeiden: “Val hen door de poort aan, want als jullie daar zijn, zal de overwinning aan jullie zijn en leg jullie vertrouwen (volledig) in Allah als jullie ware gelovigen zijn.” info
التفاسير: