Маънолар таржимаси Сура Абаса - Голландча таржима - Руввадут Таржама маркази - Қуръони Карим қомуси

Abasa

1 : 80

عَبَسَ وَتَوَلَّىٰٓ

1. Hij (de Profeet Mohammed vrede zij met hem) fronste en keerde zich af.

2 : 80

أَن جَآءَهُ ٱلۡأَعۡمَىٰ

2. Want er kwam een blinde man naar hem toe.

3 : 80

وَمَا يُدۡرِيكَ لَعَلَّهُۥ يَزَّكَّىٰٓ

3. Maar wie zou zeggen of hij Wellicht wil hij zich reinigen.

4 : 80

أَوۡ يَذَّكَّرُ فَتَنفَعَهُ ٱلذِّكۡرَىٰٓ

4. Of dat hij een vermaning mocht ontvangen, en hij kon met deze vermaning zijn voordeel doen?

5 : 80

أَمَّا مَنِ ٱسۡتَغۡنَىٰ

5. Voor hem die denkt dat hij aan zichzelf voldoende heeft.

6 : 80

فَأَنتَ لَهُۥ تَصَدَّىٰ

6. Aan hem besteed je je aandacht.

7 : 80

وَمَا عَلَيۡكَ أَلَّا يَزَّكَّىٰ

7. Wat zal het jou deren, als hij niet rein wordt.

8 : 80

وَأَمَّا مَن جَآءَكَ يَسۡعَىٰ

8. Maar tegen degene die naar jou toe komt rennen.

9 : 80

وَهُوَ يَخۡشَىٰ

9. En vrees heeft voor Allah en Zijn bestraffing.

10 : 80

فَأَنتَ عَنۡهُ تَلَهَّىٰ

10. Hem negeer je en je concentreert je op de ander.

11 : 80

كَلَّآ إِنَّهَا تَذۡكِرَةٞ

11. Nee, (doe dit niet) waarlijk het is een vermaning.

12 : 80

فَمَن شَآءَ ذَكَرَهُۥ

12. Laat ieder dit dat wil, er lering uit halen.

13 : 80

فِي صُحُفٖ مُّكَرَّمَةٖ

13. Het staat in edele geschriften.

14 : 80

مَّرۡفُوعَةٖ مُّطَهَّرَةِۭ

14. Uitmuntend (in waardigheid) en rein.

15 : 80

بِأَيۡدِي سَفَرَةٖ

15. In handen van de schrijvers (de engelen).

16 : 80

كِرَامِۭ بَرَرَةٖ

16. Eerbaar en gehoorzaam.

17 : 80

قُتِلَ ٱلۡإِنسَٰنُ مَآ أَكۡفَرَهُۥ

17. Wees vervloekt (de ongelovige) mens! Hoe ondankbaar is hij.

18 : 80

مِنۡ أَيِّ شَيۡءٍ خَلَقَهُۥ

18. Waarvan heeft Hij hen geschapen?

19 : 80

مِن نُّطۡفَةٍ خَلَقَهُۥ فَقَدَّرَهُۥ

19. Van een druppel (zaad), Hij schiep hen en heeft hen in de juiste verhouding gevormd.

20 : 80

ثُمَّ ٱلسَّبِيلَ يَسَّرَهُۥ

20. Toen heeft Hij de weg gemakkelijk voor hen gemaakt.

21 : 80

ثُمَّ أَمَاتَهُۥ فَأَقۡبَرَهُۥ

21. Toen liet Hij hen sterven en legde hen in het graf.

22 : 80

ثُمَّ إِذَا شَآءَ أَنشَرَهُۥ

22. Dan, als Hij dat wil, laat Hij hen (weer) opwekken.

23 : 80

كَلَّا لَمَّا يَقۡضِ مَآ أَمَرَهُۥ

23. Nee, maar (de mens) heeft niet gedaan wat Hij hem bevolen heeft.

24 : 80

فَلۡيَنظُرِ ٱلۡإِنسَٰنُ إِلَىٰ طَعَامِهِۦٓ

24. Laat de mens dan naar zijn voedsel kijken.

25 : 80

أَنَّا صَبَبۡنَا ٱلۡمَآءَ صَبّٗا

25. Dat Wij water in overvloed laten stromen.

26 : 80

ثُمَّ شَقَقۡنَا ٱلۡأَرۡضَ شَقّٗا

26. En dat Wij de aarde in kloven gespleten hebben.

27 : 80

فَأَنۢبَتۡنَا فِيهَا حَبّٗا

27. En Wij het graan laten groeien.

28 : 80

وَعِنَبٗا وَقَضۡبٗا

28. En druiven en klaver.

29 : 80

وَزَيۡتُونٗا وَنَخۡلٗا

29. En olijven en dadelpalmen.

30 : 80

وَحَدَآئِقَ غُلۡبٗا

30. En tuinen, vol met vele bomen.

31 : 80

وَفَٰكِهَةٗ وَأَبّٗا

31. En fruit en gewas.

32 : 80

مَّتَٰعٗا لَّكُمۡ وَلِأَنۡعَٰمِكُمۡ

32. (Om een) voorziening en nut voor jullie en jullie vee te zijn.

33 : 80

فَإِذَا جَآءَتِ ٱلصَّآخَّةُ

33. Als dan het bazuingeschal (wederom) klinkt.

34 : 80

يَوۡمَ يَفِرُّ ٱلۡمَرۡءُ مِنۡ أَخِيهِ

34. Op die dag zal de mens van zijn broeder wegvluchten.

35 : 80

وَأُمِّهِۦ وَأَبِيهِ

35. En van zijn moeder en zijn vader.

36 : 80

وَصَٰحِبَتِهِۦ وَبَنِيهِ

36. En van zijn vrouw en zijn kinderen.

37 : 80

لِكُلِّ ٱمۡرِيٕٖ مِّنۡهُمۡ يَوۡمَئِذٖ شَأۡنٞ يُغۡنِيهِ

37. Ieder mens zal op die Dag meer dan genoeg aan zorgen hebben.

38 : 80

وُجُوهٞ يَوۡمَئِذٖ مُّسۡفِرَةٞ

38. Sommige gezichten zullen op die Dag stralend schijnen.

39 : 80

ضَاحِكَةٞ مُّسۡتَبۡشِرَةٞ

39. Al lachende, zich verheugend op het goede nieuws (voor de gelovigen).

40 : 80

وَوُجُوهٞ يَوۡمَئِذٍ عَلَيۡهَا غَبَرَةٞ

40. Andere gezichten zullen op die Dag met stof bedekt zijn.

41 : 80

تَرۡهَقُهَا قَتَرَةٌ

41. In diepe duisternis gehuld (zoals ook in deze wereld hun hart gehuld was door zondes en onwetendheid).

42 : 80

أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡكَفَرَةُ ٱلۡفَجَرَةُ

42. Dat zullen de ongelovigen zijn, de zondaren.