قۇرئان كەرىم مەنىلىرىنىڭ تەرجىمىسى - گوللاندىيەچە تەرجىمىسى - رۇۋاد تەرجىمە مەركىزى

external-link copy
4 : 19

قَالَ رَبِّ إِنِّي وَهَنَ ٱلۡعَظۡمُ مِنِّي وَٱشۡتَعَلَ ٱلرَّأۡسُ شَيۡبٗا وَلَمۡ أَكُنۢ بِدُعَآئِكَ رَبِّ شَقِيّٗا

4. (Zakariyya) zei: “Mijn Heer! (door ouderdom) zijn mijn botten zwak (en broos) geworden en (bewijs hiervoor is) het grijs haar dat zich over mijn hoofd heeft uitgespreid. En nooit ben ik ongezegend geweest in mijn aanroepingen tot U, o mijn Heer! info
التفاسير: