وه‌رگێڕانی ماناكانی قورئانی پیرۆز - وەرگێڕاوی هۆڵەندی - ناوەندی ڕواد بۆ وەرگێڕان

ژمارەی پەڕە:close

external-link copy
47 : 41

۞ إِلَيۡهِ يُرَدُّ عِلۡمُ ٱلسَّاعَةِۚ وَمَا تَخۡرُجُ مِن ثَمَرَٰتٖ مِّنۡ أَكۡمَامِهَا وَمَا تَحۡمِلُ مِنۡ أُنثَىٰ وَلَا تَضَعُ إِلَّا بِعِلۡمِهِۦۚ وَيَوۡمَ يُنَادِيهِمۡ أَيۡنَ شُرَكَآءِي قَالُوٓاْ ءَاذَنَّٰكَ مَا مِنَّا مِن شَهِيدٖ

47. Tot Allah behoort de kennis van het Uur. Geen fruit komt uit haar schede, noch ontvangt een vrouw, noch brengt voort behalve door Zijn kennis. En op de Dag wanneer Hij tot hen roept: “Waar zijn Mijn (zogenoemde) deelgenoten?” Zij zullen zeggen: “Wij vertellen U dat geen van ons daarvan getuigt!” info
التفاسير:

external-link copy
48 : 41

وَضَلَّ عَنۡهُم مَّا كَانُواْ يَدۡعُونَ مِن قَبۡلُۖ وَظَنُّواْ مَا لَهُم مِّن مَّحِيصٖ

48. En degenen die zij hiervoor plachten aan te roepen, baten hen niet en zij zullen zien dat zij geen toevlucht hebben. info
التفاسير:

external-link copy
49 : 41

لَّا يَسۡـَٔمُ ٱلۡإِنسَٰنُ مِن دُعَآءِ ٱلۡخَيۡرِ وَإِن مَّسَّهُ ٱلشَّرُّ فَيَـُٔوسٞ قَنُوطٞ

49. De mens krijgt er nooit genoeg van om het goede te vragen, maar als het kwaad hem raakt, dan geeft hij alle hoop op en is verloren in wanhoop. info
التفاسير:

external-link copy
50 : 41

وَلَئِنۡ أَذَقۡنَٰهُ رَحۡمَةٗ مِّنَّا مِنۢ بَعۡدِ ضَرَّآءَ مَسَّتۡهُ لَيَقُولَنَّ هَٰذَا لِي وَمَآ أَظُنُّ ٱلسَّاعَةَ قَآئِمَةٗ وَلَئِن رُّجِعۡتُ إِلَىٰ رَبِّيٓ إِنَّ لِي عِندَهُۥ لَلۡحُسۡنَىٰۚ فَلَنُنَبِّئَنَّ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ بِمَا عَمِلُواْ وَلَنُذِيقَنَّهُم مِّنۡ عَذَابٍ غَلِيظٖ

50. En waarlijk, als Wij hem de genade van Ons laten proeven, nadat tegenslag hem geraakt heeft, zal hij zeker zeggen: “Dit ligt aan mijn eigen (inspanningen), ik denk niet dat het Uur is aangebroken. Maar als ik tot mijn Heer word teruggebracht. Zal daar zeker voor mij het beste zijn bij Hem. Dan, laten Wij waarlijk aan de ongelovigen zien wat zij gedaan hebben en Wij zullen hen een zware bestraffing laten proeven." info
التفاسير:

external-link copy
51 : 41

وَإِذَآ أَنۡعَمۡنَا عَلَى ٱلۡإِنسَٰنِ أَعۡرَضَ وَنَـَٔا بِجَانِبِهِۦ وَإِذَا مَسَّهُ ٱلشَّرُّ فَذُو دُعَآءٍ عَرِيضٖ

51. En als Wij de mens gunsten laten zien, trekt hij zich terug en keert zich af, maar als het kwaad hem raakt, dan neemt hij zijn toevlucht tot lange smeekbeden. info
التفاسير:

external-link copy
52 : 41

قُلۡ أَرَءَيۡتُمۡ إِن كَانَ مِنۡ عِندِ ٱللَّهِ ثُمَّ كَفَرۡتُم بِهِۦ مَنۡ أَضَلُّ مِمَّنۡ هُوَ فِي شِقَاقِۭ بَعِيدٖ

52. Zeg: “Vertel mij of het (de Koran) van Allah afkomstig is of jullie daar niet in geloven – wie dwaalt er meer dan degene die er ver vandaan is (de Koran)." info
التفاسير:

external-link copy
53 : 41

سَنُرِيهِمۡ ءَايَٰتِنَا فِي ٱلۡأٓفَاقِ وَفِيٓ أَنفُسِهِمۡ حَتَّىٰ يَتَبَيَّنَ لَهُمۡ أَنَّهُ ٱلۡحَقُّۗ أَوَلَمۡ يَكۡفِ بِرَبِّكَ أَنَّهُۥ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ شَهِيدٌ

53. Wij zullen hen Onze tekenen laten zien in het universum en in hun zelf, tot het duidelijk voor hen wordt dat dit de waarheid is. Is het niet voldoende dat jouw Heer de getuige van alles is? info
التفاسير:

external-link copy
54 : 41

أَلَآ إِنَّهُمۡ فِي مِرۡيَةٖ مِّن لِّقَآءِ رَبِّهِمۡۗ أَلَآ إِنَّهُۥ بِكُلِّ شَيۡءٖ مُّحِيطُۢ

54. Waarlijk! Twijfelen zij over de Ontmoeting met hun Heer. Waarlijk! Hij is het Die alle zaken omringt! info
التفاسير: