クルアーンの対訳 - オランダ語対訳 - ルゥワード翻訳事業センター

Saad

external-link copy
1 : 38

صٓۚ وَٱلۡقُرۡءَانِ ذِي ٱلذِّكۡرِ

1. Saad.[1] Bij de Koran, Bezitter van de vermaning. info

[1] Bekijk de voetnoten van vers 1 van Soera Al-Baqarah.

التفاسير:

external-link copy
2 : 38

بَلِ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْ فِي عِزَّةٖ وَشِقَاقٖ

2. Welnee, degenen die ongelovig zijn verkeren in een valse trots en tegenstand. info
التفاسير:

external-link copy
3 : 38

كَمۡ أَهۡلَكۡنَا مِن قَبۡلِهِم مِّن قَرۡنٖ فَنَادَواْ وَّلَاتَ حِينَ مَنَاصٖ

3. Hoeveel generaties hebben Wij voor hen vernietigend en zij schreeuwden het uit wanneer er niet langer tijd was te ontsnappen! info
التفاسير:

external-link copy
4 : 38

وَعَجِبُوٓاْ أَن جَآءَهُم مُّنذِرٞ مِّنۡهُمۡۖ وَقَالَ ٱلۡكَٰفِرُونَ هَٰذَا سَٰحِرٞ كَذَّابٌ

4. En zij (de afgodenaanbidders) vragen zich af waarom een waarschuwer uit hun midden tot hen is gekomen! En de ongelovigen zeggen: “Dit is een tovenaar, een leugenaar. info
التفاسير:

external-link copy
5 : 38

أَجَعَلَ ٱلۡأٓلِهَةَ إِلَٰهٗا وَٰحِدًاۖ إِنَّ هَٰذَا لَشَيۡءٌ عُجَابٞ

5. Hij heeft (alle) goden in één god veranderd. Waarlijk, dit is iets vreemds!” info
التفاسير:

external-link copy
6 : 38

وَٱنطَلَقَ ٱلۡمَلَأُ مِنۡهُمۡ أَنِ ٱمۡشُواْ وَٱصۡبِرُواْ عَلَىٰٓ ءَالِهَتِكُمۡۖ إِنَّ هَٰذَا لَشَيۡءٞ يُرَادُ

6. En de leiders onder hen gingen (zeggen): “Ga door en blijf standvastig met jullie goden! Waarlijk, dit (de Koran) is iets (dat tegen jullie) is. info
التفاسير:

external-link copy
7 : 38

مَا سَمِعۡنَا بِهَٰذَا فِي ٱلۡمِلَّةِ ٱلۡأٓخِرَةِ إِنۡ هَٰذَآ إِلَّا ٱخۡتِلَٰقٌ

7. Wij hebben nog (nooit zoiets) gehoord van dit volk van latere datum; dit is niets anders dan een verzinsel!” info
التفاسير:

external-link copy
8 : 38

أَءُنزِلَ عَلَيۡهِ ٱلذِّكۡرُ مِنۢ بَيۡنِنَاۚ بَلۡ هُمۡ فِي شَكّٖ مِّن ذِكۡرِيۚ بَل لَّمَّا يَذُوقُواْ عَذَابِ

8. Is de vermaning (alleen) van onder Ons naar hem gestuurd!” welnee, maar zij verkeren in twijfel over Mijn vermaning. Welnee, maar zij hebben (Mijn) bestraffing niet geproefd! info
التفاسير:

external-link copy
9 : 38

أَمۡ عِندَهُمۡ خَزَآئِنُ رَحۡمَةِ رَبِّكَ ٱلۡعَزِيزِ ٱلۡوَهَّابِ

9. Of hebben zij de schatten van de genade van jouw Heer – de Almachtige, de Schenker? info
التفاسير:

external-link copy
10 : 38

أَمۡ لَهُم مُّلۡكُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِ وَمَا بَيۡنَهُمَاۖ فَلۡيَرۡتَقُواْ فِي ٱلۡأَسۡبَٰبِ

10. Of behoort het rijk van de hemelen en de aarde en alles wat daar tussen is hen toe? Als dat het geval is laten zij dan met middelen opstijgen naar de hemel als zij dat kunnen. info
التفاسير:

external-link copy
11 : 38

جُندٞ مَّا هُنَالِكَ مَهۡزُومٞ مِّنَ ٱلۡأَحۡزَابِ

11. Zij zullen een verslagen leger zijn zoals de bondgenoten van oude tijden (slagveld van Badr). info
التفاسير:

external-link copy
12 : 38

كَذَّبَتۡ قَبۡلَهُمۡ قَوۡمُ نُوحٖ وَعَادٞ وَفِرۡعَوۡنُ ذُو ٱلۡأَوۡتَادِ

12. Voor hen hebben het volk van Noeh; en ‘Ad en Farao – de bezitter van de palen-. info
التفاسير:

external-link copy
13 : 38

وَثَمُودُ وَقَوۡمُ لُوطٖ وَأَصۡحَٰبُ لۡـَٔيۡكَةِۚ أُوْلَٰٓئِكَ ٱلۡأَحۡزَابُ

13. En Thamoed en het volk van Loet en de bewoners van het woud; dat waren de bondgenoten. info
التفاسير:

external-link copy
14 : 38

إِن كُلٌّ إِلَّا كَذَّبَ ٱلرُّسُلَ فَحَقَّ عِقَابِ

14. Niet één van hen had Mijn boodschappers niet verloochend, daarom was Mijn bestraffing gerechtvaardigd. info
التفاسير:

external-link copy
15 : 38

وَمَا يَنظُرُ هَٰٓؤُلَآءِ إِلَّا صَيۡحَةٗ وَٰحِدَةٗ مَّا لَهَا مِن فَوَاقٖ

15. En het wachten is slechts op een enkele kreet, er zal geen onderbreking of einde daarvoor zijn. info
التفاسير:

external-link copy
16 : 38

وَقَالُواْ رَبَّنَا عَجِّل لَّنَا قِطَّنَا قَبۡلَ يَوۡمِ ٱلۡحِسَابِ

16. Zij zeggen (de afgodenaanbidders): “Onze Heer! Bespoedig de straf voor ons voor de Dag van de Afrekening!” info
التفاسير: