Traduzione dei Significati del Sacro Corano - Traduzione olandese - Pioneer Translation Center (Ruwwad at-Tarjama)

Numero di pagina:close

external-link copy
31 : 51

۞ قَالَ فَمَا خَطۡبُكُمۡ أَيُّهَا ٱلۡمُرۡسَلُونَ

31. (Ibraahiem zei): “Met welk doel zijn jullie gekomen, o boodschappers?” info
التفاسير:

external-link copy
32 : 51

قَالُوٓاْ إِنَّآ أُرۡسِلۡنَآ إِلَىٰ قَوۡمٖ مُّجۡرِمِينَ

32. Zij zeiden: “Wij zijn tot een volk gestuurd dat misdadig is; info
التفاسير:

external-link copy
33 : 51

لِنُرۡسِلَ عَلَيۡهِمۡ حِجَارَةٗ مِّن طِينٖ

33. Om stenen van klei naar hen te sturen.” info
التفاسير:

external-link copy
34 : 51

مُّسَوَّمَةً عِندَ رَبِّكَ لِلۡمُسۡرِفِينَ

34. Gekenmerkt door jullie Heer voor de overtreders. info
التفاسير:

external-link copy
35 : 51

فَأَخۡرَجۡنَا مَن كَانَ فِيهَا مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ

35. Dus Wij hebben de gelovigen naar buiten (uit de stad) gebracht. info
التفاسير:

external-link copy
36 : 51

فَمَا وَجَدۡنَا فِيهَا غَيۡرَ بَيۡتٖ مِّنَ ٱلۡمُسۡلِمِينَ

36. Maar Wij vonden geen enkel huis van de gelovigen, behalve één (van Loet). info
التفاسير:

external-link copy
37 : 51

وَتَرَكۡنَا فِيهَآ ءَايَةٗ لِّلَّذِينَ يَخَافُونَ ٱلۡعَذَابَ ٱلۡأَلِيمَ

37. En Wij hebben daar een teken achtergelaten voor degenen die een pijnlijke bestraffing vrezen. info
التفاسير:

external-link copy
38 : 51

وَفِي مُوسَىٰٓ إِذۡ أَرۡسَلۡنَٰهُ إِلَىٰ فِرۡعَوۡنَ بِسُلۡطَٰنٖ مُّبِينٖ

38. En bij Moesa. Toen Wij hem naar Farao stuurden met een duidelijk bewijs. info
التفاسير:

external-link copy
39 : 51

فَتَوَلَّىٰ بِرُكۡنِهِۦ وَقَالَ سَٰحِرٌ أَوۡ مَجۡنُونٞ

39. Maar (Farao) keerde zich af tezamen met zijn legers, en zei: “Een tovenaar of een dwaas.” info
التفاسير:

external-link copy
40 : 51

فَأَخَذۡنَٰهُ وَجُنُودَهُۥ فَنَبَذۡنَٰهُمۡ فِي ٱلۡيَمِّ وَهُوَ مُلِيمٞ

40. Dus namen Wij hem en zijn leger, en gooiden hen in de zee terwijl hij schuldig was. info
التفاسير:

external-link copy
41 : 51

وَفِي عَادٍ إِذۡ أَرۡسَلۡنَا عَلَيۡهِمُ ٱلرِّيحَ ٱلۡعَقِيمَ

41. En bij de ‘Ad toen Wij naar hen een orkaan naar hen toezonden; info
التفاسير:

external-link copy
42 : 51

مَا تَذَرُ مِن شَيۡءٍ أَتَتۡ عَلَيۡهِ إِلَّا جَعَلَتۡهُ كَٱلرَّمِيمِ

42. En er was niets waar het (de wind) mee in aanraking kwam of het werd daardoor vernietigd. info
التفاسير:

external-link copy
43 : 51

وَفِي ثَمُودَ إِذۡ قِيلَ لَهُمۡ تَمَتَّعُواْ حَتَّىٰ حِينٖ

43. En bij de Thamoed toen hen verteld werd: “Vermaak jullie maar voor een bepaalde periode!” info
التفاسير:

external-link copy
44 : 51

فَعَتَوۡاْ عَنۡ أَمۡرِ رَبِّهِمۡ فَأَخَذَتۡهُمُ ٱلصَّٰعِقَةُ وَهُمۡ يَنظُرُونَ

44. Maar brutaal minachtten zij het bevel van hun Heer, dus de bliksemflits overmeesterde hen terwijl zij toekeken. info
التفاسير:

external-link copy
45 : 51

فَمَا ٱسۡتَطَٰعُواْ مِن قِيَامٖ وَمَا كَانُواْ مُنتَصِرِينَ

45. Toen waren zij niet in staat op te staan, noch konden zij zichzelf helpen. info
التفاسير:

external-link copy
46 : 51

وَقَوۡمَ نُوحٖ مِّن قَبۡلُۖ إِنَّهُمۡ كَانُواْ قَوۡمٗا فَٰسِقِينَ

46. (Zo was) het volk van Noeh vóór hen. Waarlijk, zij waren een volk dat verdorven was. info
التفاسير:

external-link copy
47 : 51

وَٱلسَّمَآءَ بَنَيۡنَٰهَا بِأَيۡيْدٖ وَإِنَّا لَمُوسِعُونَ

47. Met kracht hebben Wij de hemel gebouwd. Waarlijk, Wij zijn in staat om de omvangrijkheid en ruimte daarvan uit te breiden. info
التفاسير:

external-link copy
48 : 51

وَٱلۡأَرۡضَ فَرَشۡنَٰهَا فَنِعۡمَ ٱلۡمَٰهِدُونَ

48. En Wij hebben de aarde uitgespreid, wat een uitmuntende spreider zijn Wij! info
التفاسير:

external-link copy
49 : 51

وَمِن كُلِّ شَيۡءٍ خَلَقۡنَا زَوۡجَيۡنِ لَعَلَّكُمۡ تَذَكَّرُونَ

49. En alles hebben Wij in paren geschapen, dat jullie er lering uit zullen trekken. info
التفاسير:

external-link copy
50 : 51

فَفِرُّوٓاْ إِلَى ٱللَّهِۖ إِنِّي لَكُم مِّنۡهُ نَذِيرٞ مُّبِينٞ

50. Vlucht dus naar Allah (d.m.v. berouw, gehoorzaamheid en vermijding van zondes), (want) waarlijk, ik (Mohammed) ben (door) Hem naar jullie (gezonden) als een duidelijke waarschuwer (voor Zijn beangstigende bestraffing). info
التفاسير:

external-link copy
51 : 51

وَلَا تَجۡعَلُواْ مَعَ ٱللَّهِ إِلَٰهًا ءَاخَرَۖ إِنِّي لَكُم مِّنۡهُ نَذِيرٞ مُّبِينٞ

51. En (waag het niet) om eender welke andere god (in aanbidding) te verenigen met Allah. Voorzeker, ik ben voor jullie en op Zijn gezag een duidelijke waarschuwer. info
التفاسير: