1. Alle lofprijzingen en dank is aan Allah de Stichter van de hemelen en de aarde, Die de engelen tot boodschappers met vleugels – twee of drie of vier heeft gemaakt. Hij vermeerdert in de schepping wat Hij wil. Waarlijk, Allah is tot alles in staat.
2. Wat Allah de mensen aan genade schenkt kan niemand tegenhouden, en wat Hij tegenhoudt, kan iemand schenken (daarom moeten wij onze harten stevig verbinden met Allah). En Hij is de Almachtige, de Alwijze.
3. O Mensheid! Gedenk de gunsten van Allah over jullie! Is er een andere schepper dan Allah Die jullie voorziet uit de hemel en de aarde? Geen heeft het recht om aanbeden te worden behalve Hij. Hoe kunnen jullie je dan (van Hem) afkeren?