ߞߎ߬ߙߣߊ߬ ߞߟߊߒߞߋ ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߤߏߟߊ߲ߘߌߞߊ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߙߎ߬ߥߊ߯ߘߎ-ߕߊ߬ߙߑߖߡߊ ߝߊ߲ߓߊ
ߞߐߜߍ ߝߙߍߕߍ:
55
:
36
إِنَّ أَصۡحَٰبَ ٱلۡجَنَّةِ ٱلۡيَوۡمَ فِي شُغُلٖ فَٰكِهُونَ
55. Waarlijk, de bewoners van het paradijs zullen op die Dag bezig zijn met prettige dingen.
التفاسير:
56
:
36
هُمۡ وَأَزۡوَٰجُهُمۡ فِي ظِلَٰلٍ عَلَى ٱلۡأَرَآئِكِ مُتَّكِـُٔونَ
56. Zij en hun vrouwen zullen in een prettige schaduw zijn, leunend op banken.
التفاسير:
57
:
36
لَهُمۡ فِيهَا فَٰكِهَةٞ وَلَهُم مَّا يَدَّعُونَ
57. Zij zullen daarin (alle soorten fruit) hebben en alles waar zij om vragen[1].
[1]Het fruit van het paradijs zal vijftig smaken hebben die elke seconde vernieuwd worden door weer vijftig nieuwe smaken.
التفاسير:
58
:
36
سَلَٰمٞ قَوۡلٗا مِّن رَّبّٖ رَّحِيمٖ
58. “Vrede zij met jullie”, een woord van de meest Genadevolle Heer.
التفاسير:
59
:
36
وَٱمۡتَٰزُواْ ٱلۡيَوۡمَ أَيُّهَا ٱلۡمُجۡرِمُونَ
59. “O jullie misdadigers zonder je deze Dag af.”
التفاسير:
60
:
36
۞ أَلَمۡ أَعۡهَدۡ إِلَيۡكُمۡ يَٰبَنِيٓ ءَادَمَ أَن لَّا تَعۡبُدُواْ ٱلشَّيۡطَٰنَۖ إِنَّهُۥ لَكُمۡ عَدُوّٞ مُّبِينٞ
60. Heb Ik jullie, o kinderen van Adam, niet bevolen om Shaytaan niet te aanbidden. Waarlijk hij is een duidelijke vijand voor jullie.
التفاسير:
61
:
36
وَأَنِ ٱعۡبُدُونِيۚ هَٰذَا صِرَٰطٞ مُّسۡتَقِيمٞ
61. En dat jullie Mij moeten aanbidden. Dat is een rechte weg.
التفاسير:
62
:
36
وَلَقَدۡ أَضَلَّ مِنكُمۡ جِبِلّٗا كَثِيرًاۖ أَفَلَمۡ تَكُونُواْ تَعۡقِلُونَ
62. En voorwaar hij heeft een groot gedeelte van jullie misleid. Begrepen jullie het dan niet?
التفاسير:
63
:
36
هَٰذِهِۦ جَهَنَّمُ ٱلَّتِي كُنتُمۡ تُوعَدُونَ
63. Dit is de hel wat jullie beloofd werd!
التفاسير:
64
:
36
ٱصۡلَوۡهَا ٱلۡيَوۡمَ بِمَا كُنتُمۡ تَكۡفُرُونَ
64. Brand er deze Dag in, voor waar jullie ongelovig aan waren.
التفاسير:
65
:
36
ٱلۡيَوۡمَ نَخۡتِمُ عَلَىٰٓ أَفۡوَٰهِهِمۡ وَتُكَلِّمُنَآ أَيۡدِيهِمۡ وَتَشۡهَدُ أَرۡجُلُهُم بِمَا كَانُواْ يَكۡسِبُونَ
65. Deze Dag zullen Wij hun monden verzegelen en hun handen zullen tot Ons spreken, en hun benen zullen getuigenis aflegen van wat zij hebben verricht.
التفاسير:
66
:
36
وَلَوۡ نَشَآءُ لَطَمَسۡنَا عَلَىٰٓ أَعۡيُنِهِمۡ فَٱسۡتَبَقُواْ ٱلصِّرَٰطَ فَأَنَّىٰ يُبۡصِرُونَ
66. En als wij het zouden willen, dan hadden wij zeker hun zicht weggevaagd, waarna zij voor het pad moesten zwoegen, hoe zouden zij dan zien?
التفاسير:
67
:
36
وَلَوۡ نَشَآءُ لَمَسَخۡنَٰهُمۡ عَلَىٰ مَكَانَتِهِمۡ فَمَا ٱسۡتَطَٰعُواْ مُضِيّٗا وَلَا يَرۡجِعُونَ
67. En als wij het zouden willen, dan konden Wij hen veranderen op hun plaats. Dan zouden zij niet in staat zijn om vooruit te komen noch zouden zij kunnen terugkeren.
التفاسير:
68
:
36
وَمَن نُّعَمِّرۡهُ نُنَكِّسۡهُ فِي ٱلۡخَلۡقِۚ أَفَلَا يَعۡقِلُونَ
68. En degene die Wij een lang leven geven, doen Wij degraderen [1] in Zijn schepping (waarmee zwakheid, dementie en afhankelijkheid gepaard gaan). Zullen (de ontkenners) hun gezond verstand dan niet gebruiken (in gehoorzaamheid aan Allah)?
[1] Hiermee bedoelen we de achteruitgang die optreedt bij het ouder worden, waarbij de goede eigenschappen verloren gaan.
التفاسير:
69
:
36
وَمَا عَلَّمۡنَٰهُ ٱلشِّعۡرَ وَمَا يَنۢبَغِي لَهُۥٓۚ إِنۡ هُوَ إِلَّا ذِكۡرٞ وَقُرۡءَانٞ مُّبِينٞ
69. En Wij hebben hem niet in de dichtkunst onderwezen, noch is dat passend voor hem. Dit is slechts een vermaning en een duidelijke Koran.
التفاسير:
70
:
36
لِّيُنذِرَ مَن كَانَ حَيّٗا وَيَحِقَّ ٱلۡقَوۡلُ عَلَى ٱلۡكَٰفِرِينَ
70. Om daarmee degene die leven te waarschuwen en dat het woord (van Allah) tegen de ongelovigen rechtvaardig is.
التفاسير:
