ߞߎ߬ߙߣߊ߬ ߞߟߊߒߞߋ ߞߘߐ ߟߎ߬ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߤߏߟߊ߲ߘߌߞߊ ߘߟߊߡߌߘߊ - ߙߎ߬ߥߊ߯ߘߎ-ߕߊ߬ߙߑߖߡߊ ߝߊ߲ߓߊ

external-link copy
25 : 12

وَٱسۡتَبَقَا ٱلۡبَابَ وَقَدَّتۡ قَمِيصَهُۥ مِن دُبُرٖ وَأَلۡفَيَا سَيِّدَهَا لَدَا ٱلۡبَابِۚ قَالَتۡ مَا جَزَآءُ مَنۡ أَرَادَ بِأَهۡلِكَ سُوٓءًا إِلَّآ أَن يُسۡجَنَ أَوۡ عَذَابٌ أَلِيمٞ

25. Dus renden zij het hardst naar de deur en zij scheurde zijn kleding (shirt) van achteren. Beiden vonden haar man (de koning) bij de deur. Zij zei: “Wat is de straf voor degene die het kwade met jouw echtgenote voor heeft, behalve dan dat hij in de gevangenis komt of een pijnlijke bestraffing krijgt?” info
التفاسير: