ಪವಿತ್ರ ಕುರ್‌ಆನ್ ಅರ್ಥಾನುವಾದ - ಡಚ್ ಅನುವಾದ - ರುವ್ವಾದ್ ಭಾಷಾಂತರ ಕೇಂದ್ರ

ಪುಟ ಸಂಖ್ಯೆ:close

external-link copy
44 : 28

وَمَا كُنتَ بِجَانِبِ ٱلۡغَرۡبِيِّ إِذۡ قَضَيۡنَآ إِلَىٰ مُوسَى ٱلۡأَمۡرَ وَمَا كُنتَ مِنَ ٱلشَّٰهِدِينَ

44. En jij (o Mohammed) was niet aan de westelijke kant (van de Berg) Thoer, toen Wij aan Moesa de Geboden duidelijk maakten, en jij was niet onder de aanwezigen. info
التفاسير:

external-link copy
45 : 28

وَلَٰكِنَّآ أَنشَأۡنَا قُرُونٗا فَتَطَاوَلَ عَلَيۡهِمُ ٱلۡعُمُرُۚ وَمَا كُنتَ ثَاوِيٗا فِيٓ أَهۡلِ مَدۡيَنَ تَتۡلُواْ عَلَيۡهِمۡ ءَايَٰتِنَا وَلَٰكِنَّا كُنَّا مُرۡسِلِينَ

45. Maar Wij schiepen generaties waar vele jaren voor hen voorbij gingen. En jij was niet één bewoners onder het volk van Median, Die Onze verzen aan hen reciteren. Maar Wij zijn het Die de (boodschappers) blijven sturen. info
التفاسير:

external-link copy
46 : 28

وَمَا كُنتَ بِجَانِبِ ٱلطُّورِ إِذۡ نَادَيۡنَا وَلَٰكِن رَّحۡمَةٗ مِّن رَّبِّكَ لِتُنذِرَ قَوۡمٗا مَّآ أَتَىٰهُم مِّن نَّذِيرٖ مِّن قَبۡلِكَ لَعَلَّهُمۡ يَتَذَكَّرُونَ

46. En jij stond niet aan de kant van Thoer, toen Wij riepen Maar (jij bent gestuurd) als een genade van jouw Heer, om een volk waarvoor geen waarschuwer voor jou is gekomen te waarschuwen, zodat zij zich zullen herinneren of een vermaning ontvangen. info
التفاسير:

external-link copy
47 : 28

وَلَوۡلَآ أَن تُصِيبَهُم مُّصِيبَةُۢ بِمَا قَدَّمَتۡ أَيۡدِيهِمۡ فَيَقُولُواْ رَبَّنَا لَوۡلَآ أَرۡسَلۡتَ إِلَيۡنَا رَسُولٗا فَنَتَّبِعَ ءَايَٰتِكَ وَنَكُونَ مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ

47. En als (Wij) jou niet (naar het volk van Mekka hadden gestuurd) zou in dat geval een ramp hun voor (hun daden) die hun handen vooruit hebben gestuurd, treffen, zij zouden gezegd hebben: “Onze Heer! Waarom heeft U ons geen boodschapper gestuurd? Wij zouden dan Uw tekenen gevolgd hebben en zouden onder de gelovigen zijn.” info
التفاسير:

external-link copy
48 : 28

فَلَمَّا جَآءَهُمُ ٱلۡحَقُّ مِنۡ عِندِنَا قَالُواْ لَوۡلَآ أُوتِيَ مِثۡلَ مَآ أُوتِيَ مُوسَىٰٓۚ أَوَلَمۡ يَكۡفُرُواْ بِمَآ أُوتِيَ مُوسَىٰ مِن قَبۡلُۖ قَالُواْ سِحۡرَانِ تَظَٰهَرَا وَقَالُوٓاْ إِنَّا بِكُلّٖ كَٰفِرُونَ

48. En toen de waarheid van Ons tot hen gekomen was, zeiden zij: “Waarom is hem niet zoiets als Moesa gegeven?” Waren zij dan niet ongelovig in wat aan Moesa was gegeven? Zij zeiden: “Twee tovenaars die elkaar helpend zijn!” En zij zeiden: “Waarlijk! In beiden zijn wij ongelovigen.” info
التفاسير:

external-link copy
49 : 28

قُلۡ فَأۡتُواْ بِكِتَٰبٖ مِّنۡ عِندِ ٱللَّهِ هُوَ أَهۡدَىٰ مِنۡهُمَآ أَتَّبِعۡهُ إِن كُنتُمۡ صَٰدِقِينَ

49. Zeg: “Breng dan een boek van Allah dat een betere gids is dan deze twee zodat ik het kan volgen, als jullie waarachtig zijn.” info
التفاسير:

external-link copy
50 : 28

فَإِن لَّمۡ يَسۡتَجِيبُواْ لَكَ فَٱعۡلَمۡ أَنَّمَا يَتَّبِعُونَ أَهۡوَآءَهُمۡۚ وَمَنۡ أَضَلُّ مِمَّنِ ٱتَّبَعَ هَوَىٰهُ بِغَيۡرِ هُدٗى مِّنَ ٱللَّهِۚ إِنَّ ٱللَّهَ لَا يَهۡدِي ٱلۡقَوۡمَ ٱلظَّٰلِمِينَ

50. Maar als zij jou geen gehoor geven, weet dan dat zij slechts hun eigen lusten volgen. En wie dwaalt er meer af dan degenen die zijn eigen lusten volgt zonder leiding van Allah? Waarlijk, Allah leidt niet het volk dat onrechtvaardig is. info
التفاسير: