Terjemahan makna Alquran Alkarim - Terjemahan Berbahasa Belanda - Pusat Terjemah Ruwwād

Nomor Halaman:close

external-link copy
53 : 12

۞ وَمَآ أُبَرِّئُ نَفۡسِيٓۚ إِنَّ ٱلنَّفۡسَ لَأَمَّارَةُۢ بِٱلسُّوٓءِ إِلَّا مَا رَحِمَ رَبِّيٓۚ إِنَّ رَبِّي غَفُورٞ رَّحِيمٞ

53. “En ik vrijwaar mijzelf niet. Waarlijk, de (mens) zelf is geneigd naar het slechte, behalve als zijn Heer hem Zijn genade schenkt [1]. Waarlijk, mijn Heer is de meest Genadevolle, de meest Barmhartige.” info

[1]genade ontvangen we wanneer men het geloof op nummer één zet en niet nummer twee, dus Allah aanbidden met nuttige kennis.

التفاسير:

external-link copy
54 : 12

وَقَالَ ٱلۡمَلِكُ ٱئۡتُونِي بِهِۦٓ أَسۡتَخۡلِصۡهُ لِنَفۡسِيۖ فَلَمَّا كَلَّمَهُۥ قَالَ إِنَّكَ ٱلۡيَوۡمَ لَدَيۡنَا مَكِينٌ أَمِينٞ

54. En de koning zei: “Breng hem bij mij zodat ik hem in dienst kan nemen.” Toen hij met hem sprak zei hij: “Waarlijk, deze dag ben je bij ons hoog in rang en volledig vertrouwd.” info
التفاسير:

external-link copy
55 : 12

قَالَ ٱجۡعَلۡنِي عَلَىٰ خَزَآئِنِ ٱلۡأَرۡضِۖ إِنِّي حَفِيظٌ عَلِيمٞ

55. (Yoesoef) zei: “Geef mij het beheer over de opslagruimtes van het land; ik zal hen zeker met volledige kennis beheren." info
التفاسير:

external-link copy
56 : 12

وَكَذَٰلِكَ مَكَّنَّا لِيُوسُفَ فِي ٱلۡأَرۡضِ يَتَبَوَّأُ مِنۡهَا حَيۡثُ يَشَآءُۚ نُصِيبُ بِرَحۡمَتِنَا مَن نَّشَآءُۖ وَلَا نُضِيعُ أَجۡرَ ٱلۡمُحۡسِنِينَ

56. Dus gaven Wij het volledige gezag aan Yoesoef in het land, om daarin bezittingen te nemen wanneer en waar hij maar wenste. Wij schonken Onze Genade aan wie Wij wilden en Wij lieten de beloning van de weldoeners niet verloren gaan. info
التفاسير:

external-link copy
57 : 12

وَلَأَجۡرُ ٱلۡأٓخِرَةِ خَيۡرٞ لِّلَّذِينَ ءَامَنُواْ وَكَانُواْ يَتَّقُونَ

57. En waarlijk, de beloning van het hiernamaals is beter voor degenen die geloven en gehoorzaam aan Allah zijn. info
التفاسير:

external-link copy
58 : 12

وَجَآءَ إِخۡوَةُ يُوسُفَ فَدَخَلُواْ عَلَيۡهِ فَعَرَفَهُمۡ وَهُمۡ لَهُۥ مُنكِرُونَ

58. En de broeders van Yoesoef kwamen en zij naderden hem en hij herkende hen, maar zij herkenden hem niet. info
التفاسير:

external-link copy
59 : 12

وَلَمَّا جَهَّزَهُم بِجَهَازِهِمۡ قَالَ ٱئۡتُونِي بِأَخٖ لَّكُم مِّنۡ أَبِيكُمۡۚ أَلَا تَرَوۡنَ أَنِّيٓ أُوفِي ٱلۡكَيۡلَ وَأَنَا۠ خَيۡرُ ٱلۡمُنزِلِينَ

59. En toen hij hen van voorraden voorzien had zei hij: “Breng een broeder van jullie van jullie vader. Zien jullie niet dat ik de volle maat geef en dat ik de beste gastheer ben. info
التفاسير:

external-link copy
60 : 12

فَإِن لَّمۡ تَأۡتُونِي بِهِۦ فَلَا كَيۡلَ لَكُمۡ عِندِي وَلَا تَقۡرَبُونِ

60. Maar als jullie hem niet bij mij brengen, zal er geen maat (van graan) voor jullie zijn van mij, noch zullen jullie mij kunnen naderen.” info
التفاسير:

external-link copy
61 : 12

قَالُواْ سَنُرَٰوِدُ عَنۡهُ أَبَاهُ وَإِنَّا لَفَٰعِلُونَ

61. Zij zeiden: “Wij zullen proberen om toestemming te krijgen van zijn vader en waarlijk, wij zullen het doen.” info
التفاسير:

external-link copy
62 : 12

وَقَالَ لِفِتۡيَٰنِهِ ٱجۡعَلُواْ بِضَٰعَتَهُمۡ فِي رِحَالِهِمۡ لَعَلَّهُمۡ يَعۡرِفُونَهَآ إِذَا ٱنقَلَبُوٓاْ إِلَىٰٓ أَهۡلِهِمۡ لَعَلَّهُمۡ يَرۡجِعُونَ

62. En (Yoesoef) zei tegen zijn bedienden om hun spullen terug in hun tassen te stoppen, zodat zij dat zouden merken als zij bij hun mensen terug waren, zodat zij terug zouden komen. info
التفاسير:

external-link copy
63 : 12

فَلَمَّا رَجَعُوٓاْ إِلَىٰٓ أَبِيهِمۡ قَالُواْ يَٰٓأَبَانَا مُنِعَ مِنَّا ٱلۡكَيۡلُ فَأَرۡسِلۡ مَعَنَآ أَخَانَا نَكۡتَلۡ وَإِنَّا لَهُۥ لَحَٰفِظُونَ

63. Zij keerden dus bij hun vader terug en zij zeiden: “O vader! Wij zullen geen maat graan krijgen. Stuur dus ons broertje met ons mee en wij zullen onze maat krijgen en waarlijk wij zullen hem beschermen.” info
التفاسير: