Firo maanaaji al-quraan tedduɗo oo - Eggo e ɗemngal Holannde - Ñiiɓirde Ruwwad ngam eggude.
Tonngoode hello ngoo:
43
:
23
مَا تَسۡبِقُ مِنۡ أُمَّةٍ أَجَلَهَا وَمَا يَسۡتَـٔۡخِرُونَ
43. Geen volk kan de vastgestelde tijd overschrijden (om dood te gaan) noch kunnen zij het uitstellen.
التفاسير:
44
:
23
ثُمَّ أَرۡسَلۡنَا رُسُلَنَا تَتۡرَاۖ كُلَّ مَا جَآءَ أُمَّةٗ رَّسُولُهَا كَذَّبُوهُۖ فَأَتۡبَعۡنَا بَعۡضَهُم بَعۡضٗا وَجَعَلۡنَٰهُمۡ أَحَادِيثَۚ فَبُعۡدٗا لِّقَوۡمٖ لَّا يُؤۡمِنُونَ
44. Vervolgens stuurden Wij in opeenvolging Onze boodschappers. Elke keer een boodschapper tot zijn volk kwam, werd hij ontkend. Daarom lieten Wij ze elkaar opvolgen (in hun vernietiging), en maakten We van hen ware (levens) verhalen. Weg dus met het ongelovige volk!
التفاسير:
45
:
23
ثُمَّ أَرۡسَلۡنَا مُوسَىٰ وَأَخَاهُ هَٰرُونَ بِـَٔايَٰتِنَا وَسُلۡطَٰنٖ مُّبِينٍ
45. Vervolgens stuurden Wij Moesa en zijn broeder Haaroen met Onze tekenen en een duidelijk gezag,
التفاسير:
46
:
23
إِلَىٰ فِرۡعَوۡنَ وَمَلَإِيْهِۦ فَٱسۡتَكۡبَرُواْ وَكَانُواْ قَوۡمًا عَالِينَ
46. Naar de Farao en zijn gezagdragers, maar zij gedroegen zich hoogmoedig en zij waren een aanmatigend volk.
التفاسير:
47
:
23
فَقَالُوٓاْ أَنُؤۡمِنُ لِبَشَرَيۡنِ مِثۡلِنَا وَقَوۡمُهُمَا لَنَا عَٰبِدُونَ
47. Zij zeiden: “Zullen wij in twee mensen zoals onszelf geloven, en hun volk is ons gehoorzaam in nederigheid.”
التفاسير:
48
:
23
فَكَذَّبُوهُمَا فَكَانُواْ مِنَ ٱلۡمُهۡلَكِينَ
48. Dus zij ontkenden hen beiden en werden degenen die vernietigd werden.
التفاسير:
49
:
23
وَلَقَدۡ ءَاتَيۡنَا مُوسَى ٱلۡكِتَٰبَ لَعَلَّهُمۡ يَهۡتَدُونَ
49. En voorwaar Wij gaven Moesa het Boek dat zij geleid moge worden.
التفاسير:
50
:
23
وَجَعَلۡنَا ٱبۡنَ مَرۡيَمَ وَأُمَّهُۥٓ ءَايَةٗ وَءَاوَيۡنَٰهُمَآ إِلَىٰ رَبۡوَةٖ ذَاتِ قَرَارٖ وَمَعِينٖ
50. En Wij hebben de zoon van Maryam en zijn moeder als een teken gemaakt, en Wij gaven hen een toevluchtsoord op hoge gronden, een rustplaats, zekerheid en stromende rivieren.
التفاسير:
51
:
23
يَٰٓأَيُّهَا ٱلرُّسُلُ كُلُواْ مِنَ ٱلطَّيِّبَٰتِ وَٱعۡمَلُواْ صَٰلِحًاۖ إِنِّي بِمَا تَعۡمَلُونَ عَلِيمٞ
51. O boodschapper!s! Eet van het wettige en goede voedsel, en verricht goede daden (zowel de verplichte als de vrijwillige). Waarlijk! Ik ben Alwetend over datgene wat jullie doen.
التفاسير:
52
:
23
وَإِنَّ هَٰذِهِۦٓ أُمَّتُكُمۡ أُمَّةٗ وَٰحِدَةٗ وَأَنَا۠ رَبُّكُمۡ فَٱتَّقُونِ
52. En waarlijk! Dit is jullie godsdienst en is één godsdienst en Ik ben jullie Heer, vrees mij dus.
التفاسير:
53
:
23
فَتَقَطَّعُوٓاْ أَمۡرَهُم بَيۡنَهُمۡ زُبُرٗاۖ كُلُّ حِزۡبِۭ بِمَا لَدَيۡهِمۡ فَرِحُونَ
53. Maar zij hebben hun godsdienst in sekten opgebroken, iedere groep verheugend in zijn geloof.
التفاسير:
54
:
23
فَذَرۡهُمۡ فِي غَمۡرَتِهِمۡ حَتَّىٰ حِينٍ
54. Laat hen dus in dwaling verkeren tot een bepaalde moment.
التفاسير:
55
:
23
أَيَحۡسَبُونَ أَنَّمَا نُمِدُّهُم بِهِۦ مِن مَّالٖ وَبَنِينَ
55. Denken zij dat Wij hen in hun weelde en kinderen zullen vermeerderen,
التفاسير:
56
:
23
نُسَارِعُ لَهُمۡ فِي ٱلۡخَيۡرَٰتِۚ بَل لَّا يَشۡعُرُونَ
56. Wij bespoedigen Ons tot hen met goede zaken. Nee, maar zij zien dat niet (omdat het hart ziek is of zelfs blind is).
التفاسير:
57
:
23
إِنَّ ٱلَّذِينَ هُم مِّنۡ خَشۡيَةِ رَبِّهِم مُّشۡفِقُونَ
57. Waarlijk! Degenen die in ontzag en vrees voor hun Heer leven;
التفاسير:
58
:
23
وَٱلَّذِينَ هُم بِـَٔايَٰتِ رَبِّهِمۡ يُؤۡمِنُونَ
58. En degenen die in de tekenen van hun Heer geloven,
التفاسير:
59
:
23
وَٱلَّذِينَ هُم بِرَبِّهِمۡ لَا يُشۡرِكُونَ
59. En degenen die geen deelgenoten aan hun Heer toekennen.
التفاسير:
