ترجمهٔ معانی قرآن کریم - ترجمه‌ى هلندی - مركز ترجمه‌ى رواد

Az-Zaari'jaat

external-link copy
1 : 51

وَٱلذَّٰرِيَٰتِ ذَرۡوٗا

1. Bij (de winden) die doen verspreiden; info
التفاسير:

external-link copy
2 : 51

فَٱلۡحَٰمِلَٰتِ وِقۡرٗا

2. En (de wolken) die een zwaar gewicht aan water dragen; info
التفاسير:

external-link copy
3 : 51

فَٱلۡجَٰرِيَٰتِ يُسۡرٗا

3. En (de schepen) die in gemak op zee drijven; info
التفاسير:

external-link copy
4 : 51

فَٱلۡمُقَسِّمَٰتِ أَمۡرًا

4. En bij de (engelen) die verdelen volgens Allah Zijn bevel. info
التفاسير:

external-link copy
5 : 51

إِنَّمَا تُوعَدُونَ لَصَادِقٞ

5. Waarlijk, dat wat jullie beloofd is gaat gebeuren! info
التفاسير:

external-link copy
6 : 51

وَإِنَّ ٱلدِّينَ لَوَٰقِعٞ

6. En waarlijk, de vergoeding (op de Dag des oordeels) zal zeker plaatsvinden. info
التفاسير:

external-link copy
7 : 51

وَٱلسَّمَآءِ ذَاتِ ٱلۡحُبُكِ

7. Bij de hemel vol in schoonheid. info
التفاسير:

external-link copy
8 : 51

إِنَّكُمۡ لَفِي قَوۡلٖ مُّخۡتَلِفٖ

8. Voorwaar, jullie hebben verschillende opvattingen (over de Koran). info
التفاسير:

external-link copy
9 : 51

يُؤۡفَكُ عَنۡهُ مَنۡ أُفِكَ

9. Afkeer van de Koran heeft degene die zelf afgekeerd is. info
التفاسير:

external-link copy
10 : 51

قُتِلَ ٱلۡخَرَّٰصُونَ

10. Vervloekt zijn de leugenaars. info
التفاسير:

external-link copy
11 : 51

ٱلَّذِينَ هُمۡ فِي غَمۡرَةٖ سَاهُونَ

11. Die onder een verdrinking van achteloosheid zijn. info
التفاسير:

external-link copy
12 : 51

يَسۡـَٔلُونَ أَيَّانَ يَوۡمُ ٱلدِّينِ

12. Zij vragen: “Wanneer zal de dag van de vergoeding zijn?” info
التفاسير:

external-link copy
13 : 51

يَوۡمَ هُمۡ عَلَى ٱلنَّارِ يُفۡتَنُونَ

13. (Het zal) een dag (zijn) waarop zij boven het vuur beproefd worden! info
التفاسير:

external-link copy
14 : 51

ذُوقُواْ فِتۡنَتَكُمۡ هَٰذَا ٱلَّذِي كُنتُم بِهِۦ تَسۡتَعۡجِلُونَ

14. “Proef jullie beproeving! Dit is wat jullie wilden bespoedigen!" info
التفاسير:

external-link copy
15 : 51

إِنَّ ٱلۡمُتَّقِينَ فِي جَنَّٰتٖ وَعُيُونٍ

15. Waarlijk, de godvrezenden zullen in het midden van de tuinen en de bronnen zijn. info
التفاسير:

external-link copy
16 : 51

ءَاخِذِينَ مَآ ءَاتَىٰهُمۡ رَبُّهُمۡۚ إِنَّهُمۡ كَانُواْ قَبۡلَ ذَٰلِكَ مُحۡسِنِينَ

16. Zich in de zaken verheugend die hun Heer hen gegeven heeft. Waarlijk, vroeger waren (tijdens hun leven) zij de weldoeners (zijn wij dat nu ook?). info
التفاسير:

external-link copy
17 : 51

كَانُواْ قَلِيلٗا مِّنَ ٱلَّيۡلِ مَا يَهۡجَعُونَ

17. Zij sliepen maar weinig tijdens de nacht (want het grootste deel daarvan brachten zij door in gebed al dobberend tussen liefde, vrees en hoop). info
التفاسير:

external-link copy
18 : 51

وَبِٱلۡأَسۡحَارِ هُمۡ يَسۡتَغۡفِرُونَ

18. En in de laatste uren van de nacht vragen zij Allah om vergiffenis (dus na het nachtgebed en vóór salat al-Fadjr, het nachtgebed mag ook kort zijn). info
التفاسير:

external-link copy
19 : 51

وَفِيٓ أَمۡوَٰلِهِمۡ حَقّٞ لِّلسَّآئِلِ وَٱلۡمَحۡرُومِ

19. En van hun bezittingen was er een rechtmatig aandeel voor de vragende armen en de armen die zich weerhielden van bedelarij. info
التفاسير:

external-link copy
20 : 51

وَفِي ٱلۡأَرۡضِ ءَايَٰتٞ لِّلۡمُوقِنِينَ

20. En op aarde zijn er tekenen voor degenen die een zeker geloof hebben. info
التفاسير:

external-link copy
21 : 51

وَفِيٓ أَنفُسِكُمۡۚ أَفَلَا تُبۡصِرُونَ

21. En ook in jullie zelf, zien jullie dan niet! info
التفاسير:

external-link copy
22 : 51

وَفِي ٱلسَّمَآءِ رِزۡقُكُمۡ وَمَا تُوعَدُونَ

22. En in de hemel is jullie voorziening en dat wat jullie beloofd is. info
التفاسير:

external-link copy
23 : 51

فَوَرَبِّ ٱلسَّمَآءِ وَٱلۡأَرۡضِ إِنَّهُۥ لَحَقّٞ مِّثۡلَ مَآ أَنَّكُمۡ تَنطِقُونَ

23. Bij de Heer van de hemel en de aarde, het (de Koran) is de waarheid even als het de waarheid is dat jullie kunnen spreken. info
التفاسير:

external-link copy
24 : 51

هَلۡ أَتَىٰكَ حَدِيثُ ضَيۡفِ إِبۡرَٰهِيمَ ٱلۡمُكۡرَمِينَ

24. Heeft het verhaal van de edele gasten van Ibraahiem jullie bereikt? info
التفاسير:

external-link copy
25 : 51

إِذۡ دَخَلُواْ عَلَيۡهِ فَقَالُواْ سَلَٰمٗاۖ قَالَ سَلَٰمٞ قَوۡمٞ مُّنكَرُونَ

25. Toen zij tot hem kwamen en zeiden: “Vrede zij met jou!” Hij antwoordde: “Vrede zij met jullie” en zei: “Jullie zijn onbekende mensen voor mij.” info
التفاسير:

external-link copy
26 : 51

فَرَاغَ إِلَىٰٓ أَهۡلِهِۦ فَجَآءَ بِعِجۡلٖ سَمِينٖ

26. Toen keerde hij zich tot zijn huishouding, en bracht zo een flink kalf. info
التفاسير:

external-link copy
27 : 51

فَقَرَّبَهُۥٓ إِلَيۡهِمۡ قَالَ أَلَا تَأۡكُلُونَ

27. En plaatste het voor hen (zeggende): “Willen jullie niet eten?” info
التفاسير:

external-link copy
28 : 51

فَأَوۡجَسَ مِنۡهُمۡ خِيفَةٗۖ قَالُواْ لَا تَخَفۡۖ وَبَشَّرُوهُ بِغُلَٰمٍ عَلِيمٖ

28. Toen werd hij bang voor hen (omdat engelen niet eten en drinken). Zij zeiden: “Vrees niet” En zij gaven hem het goede nieuws van (de geboorte van) een zoon die kennis zal hebben. info
التفاسير:

external-link copy
29 : 51

فَأَقۡبَلَتِ ٱمۡرَأَتُهُۥ فِي صَرَّةٖ فَصَكَّتۡ وَجۡهَهَا وَقَالَتۡ عَجُوزٌ عَقِيمٞ

29. Toen kwam zijn vrouw tevoorschijn met een luide stem, zij sloeg haar gezicht en zei: ”Ik ben een oude onvruchtbare vrouw!” info
التفاسير:

external-link copy
30 : 51

قَالُواْ كَذَٰلِكِ قَالَ رَبُّكِۖ إِنَّهُۥ هُوَ ٱلۡحَكِيمُ ٱلۡعَلِيمُ

30. Zij zeiden: "Zo heeft jouw Heer bepaald. Waarlijk, Hij is de Alwijze, de Alwetende.” info
التفاسير:

external-link copy
31 : 51

۞ قَالَ فَمَا خَطۡبُكُمۡ أَيُّهَا ٱلۡمُرۡسَلُونَ

31. (Ibraahiem zei): “Met welk doel zijn jullie gekomen, o boodschappers?” info
التفاسير:

external-link copy
32 : 51

قَالُوٓاْ إِنَّآ أُرۡسِلۡنَآ إِلَىٰ قَوۡمٖ مُّجۡرِمِينَ

32. Zij zeiden: “Wij zijn tot een volk gestuurd dat misdadig is; info
التفاسير:

external-link copy
33 : 51

لِنُرۡسِلَ عَلَيۡهِمۡ حِجَارَةٗ مِّن طِينٖ

33. Om stenen van klei naar hen te sturen.” info
التفاسير:

external-link copy
34 : 51

مُّسَوَّمَةً عِندَ رَبِّكَ لِلۡمُسۡرِفِينَ

34. Gekenmerkt door jullie Heer voor de overtreders. info
التفاسير:

external-link copy
35 : 51

فَأَخۡرَجۡنَا مَن كَانَ فِيهَا مِنَ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ

35. Dus Wij hebben de gelovigen naar buiten (uit de stad) gebracht. info
التفاسير:

external-link copy
36 : 51

فَمَا وَجَدۡنَا فِيهَا غَيۡرَ بَيۡتٖ مِّنَ ٱلۡمُسۡلِمِينَ

36. Maar Wij vonden geen enkel huis van de gelovigen, behalve één (van Loet). info
التفاسير:

external-link copy
37 : 51

وَتَرَكۡنَا فِيهَآ ءَايَةٗ لِّلَّذِينَ يَخَافُونَ ٱلۡعَذَابَ ٱلۡأَلِيمَ

37. En Wij hebben daar een teken achtergelaten voor degenen die een pijnlijke bestraffing vrezen. info
التفاسير:

external-link copy
38 : 51

وَفِي مُوسَىٰٓ إِذۡ أَرۡسَلۡنَٰهُ إِلَىٰ فِرۡعَوۡنَ بِسُلۡطَٰنٖ مُّبِينٖ

38. En bij Moesa. Toen Wij hem naar Farao stuurden met een duidelijk bewijs. info
التفاسير:

external-link copy
39 : 51

فَتَوَلَّىٰ بِرُكۡنِهِۦ وَقَالَ سَٰحِرٌ أَوۡ مَجۡنُونٞ

39. Maar (Farao) keerde zich af tezamen met zijn legers, en zei: “Een tovenaar of een dwaas.” info
التفاسير:

external-link copy
40 : 51

فَأَخَذۡنَٰهُ وَجُنُودَهُۥ فَنَبَذۡنَٰهُمۡ فِي ٱلۡيَمِّ وَهُوَ مُلِيمٞ

40. Dus namen Wij hem en zijn leger, en gooiden hen in de zee terwijl hij schuldig was. info
التفاسير:

external-link copy
41 : 51

وَفِي عَادٍ إِذۡ أَرۡسَلۡنَا عَلَيۡهِمُ ٱلرِّيحَ ٱلۡعَقِيمَ

41. En bij de ‘Ad toen Wij naar hen een orkaan naar hen toezonden; info
التفاسير:

external-link copy
42 : 51

مَا تَذَرُ مِن شَيۡءٍ أَتَتۡ عَلَيۡهِ إِلَّا جَعَلَتۡهُ كَٱلرَّمِيمِ

42. En er was niets waar het (de wind) mee in aanraking kwam of het werd daardoor vernietigd. info
التفاسير:

external-link copy
43 : 51

وَفِي ثَمُودَ إِذۡ قِيلَ لَهُمۡ تَمَتَّعُواْ حَتَّىٰ حِينٖ

43. En bij de Thamoed toen hen verteld werd: “Vermaak jullie maar voor een bepaalde periode!” info
التفاسير:

external-link copy
44 : 51

فَعَتَوۡاْ عَنۡ أَمۡرِ رَبِّهِمۡ فَأَخَذَتۡهُمُ ٱلصَّٰعِقَةُ وَهُمۡ يَنظُرُونَ

44. Maar brutaal minachtten zij het bevel van hun Heer, dus de bliksemflits overmeesterde hen terwijl zij toekeken. info
التفاسير:

external-link copy
45 : 51

فَمَا ٱسۡتَطَٰعُواْ مِن قِيَامٖ وَمَا كَانُواْ مُنتَصِرِينَ

45. Toen waren zij niet in staat op te staan, noch konden zij zichzelf helpen. info
التفاسير:

external-link copy
46 : 51

وَقَوۡمَ نُوحٖ مِّن قَبۡلُۖ إِنَّهُمۡ كَانُواْ قَوۡمٗا فَٰسِقِينَ

46. (Zo was) het volk van Noeh vóór hen. Waarlijk, zij waren een volk dat verdorven was. info
التفاسير:

external-link copy
47 : 51

وَٱلسَّمَآءَ بَنَيۡنَٰهَا بِأَيۡيْدٖ وَإِنَّا لَمُوسِعُونَ

47. Met kracht hebben Wij de hemel gebouwd. Waarlijk, Wij zijn in staat om de omvangrijkheid en ruimte daarvan uit te breiden. info
التفاسير:

external-link copy
48 : 51

وَٱلۡأَرۡضَ فَرَشۡنَٰهَا فَنِعۡمَ ٱلۡمَٰهِدُونَ

48. En Wij hebben de aarde uitgespreid, wat een uitmuntende spreider zijn Wij! info
التفاسير:

external-link copy
49 : 51

وَمِن كُلِّ شَيۡءٍ خَلَقۡنَا زَوۡجَيۡنِ لَعَلَّكُمۡ تَذَكَّرُونَ

49. En alles hebben Wij in paren geschapen, dat jullie er lering uit zullen trekken. info
التفاسير:

external-link copy
50 : 51

فَفِرُّوٓاْ إِلَى ٱللَّهِۖ إِنِّي لَكُم مِّنۡهُ نَذِيرٞ مُّبِينٞ

50. Vlucht dus naar Allah (d.m.v. berouw, gehoorzaamheid en vermijding van zondes), (want) waarlijk, ik (Mohammed) ben (door) Hem naar jullie (gezonden) als een duidelijke waarschuwer (voor Zijn beangstigende bestraffing). info
التفاسير:

external-link copy
51 : 51

وَلَا تَجۡعَلُواْ مَعَ ٱللَّهِ إِلَٰهًا ءَاخَرَۖ إِنِّي لَكُم مِّنۡهُ نَذِيرٞ مُّبِينٞ

51. En (waag het niet) om eender welke andere god (in aanbidding) te verenigen met Allah. Voorzeker, ik ben voor jullie en op Zijn gezag een duidelijke waarschuwer. info
التفاسير:

external-link copy
52 : 51

كَذَٰلِكَ مَآ أَتَى ٱلَّذِينَ مِن قَبۡلِهِم مِّن رَّسُولٍ إِلَّا قَالُواْ سَاحِرٌ أَوۡ مَجۡنُونٌ

52. Zo ook kwam er geen boodschapper tot degenen voor hem of zij zeiden: “Een tovenaar of een dwaas!” info
التفاسير:

external-link copy
53 : 51

أَتَوَاصَوۡاْ بِهِۦۚ بَلۡ هُمۡ قَوۡمٞ طَاغُونَ

53. Hebben zij deze uitspraak overgeleverd aan elkaar? Nee, zij zijn zelf een volk dat de grenzen overtreedt! info
التفاسير:

external-link copy
54 : 51

فَتَوَلَّ عَنۡهُمۡ فَمَآ أَنتَ بِمَلُومٖ

54. Keer je dus af van hen, jou (o Mohammed) kan niets verweten worden. info
التفاسير:

external-link copy
55 : 51

وَذَكِّرۡ فَإِنَّ ٱلذِّكۡرَىٰ تَنفَعُ ٱلۡمُؤۡمِنِينَ

55. En vermaan want waarlijk, de vermaning is tot voordeel voor de gelovigen. info
التفاسير:

external-link copy
56 : 51

وَمَا خَلَقۡتُ ٱلۡجِنَّ وَٱلۡإِنسَ إِلَّا لِيَعۡبُدُونِ

56. En Ik (Allah) heb de djinn en de mens slechts geschapen om (alléén) Mij te aanbidden (de Tawhied, datgene waartoe alle profeten hebben opgeroepen). info
التفاسير:

external-link copy
57 : 51

مَآ أُرِيدُ مِنۡهُم مِّن رِّزۡقٖ وَمَآ أُرِيدُ أَن يُطۡعِمُونِ

57. Ik zoek geen voorziening van hen noch vraag Ik hen om Mij te voeden. info
التفاسير:

external-link copy
58 : 51

إِنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلرَّزَّاقُ ذُو ٱلۡقُوَّةِ ٱلۡمَتِينُ

58. Waarlijk, Allah is de Voorziener van alles. Eigenaar van de macht – de Allersterkste. info
التفاسير:

external-link copy
59 : 51

فَإِنَّ لِلَّذِينَ ظَلَمُواْ ذَنُوبٗا مِّثۡلَ ذَنُوبِ أَصۡحَٰبِهِمۡ فَلَا يَسۡتَعۡجِلُونِ

59. En waarlijk, degenen die onrecht plegen, hun deel van de bestraffing is gelijk aan de bestraffing zoals hun soortgenoten (die heengegaan zijn) laat hen daarom niet vragen om het te bespoedigen! info
التفاسير:

external-link copy
60 : 51

فَوَيۡلٞ لِّلَّذِينَ كَفَرُواْ مِن يَوۡمِهِمُ ٱلَّذِي يُوعَدُونَ

60. Wee dan de ongelovigen op die dag die hen beloofd is. info
التفاسير: